Dit is een bijdrage van Henk Demmers (KNHB hockeyscheidsrechter – Amsterdamsche Hockey en Bandy Club)

Ik fluit nu twee jaar als hockeyscheidsrechter, waarvan een half jaar voor de Koninklijke Nederlandse Hockeybond. Zeer regelmatig fluit ik met communicatiemiddelen of kortweg ‘oortjes’. In mijn geval werk ik met het AXIWI communicatiesysteem, met open lijnverbinding, waarbij je direct met je collega-scheidsrechter kunt communiceren. Inmiddels heb ik ongeveer 65 wedstrijden met het communicatiesysteem gefloten en kan eigenlijk niet meer zonder. Ik zie ze als een handig hulpmiddel om het, niet altijd even gemakkelijke scheidsen, meer ontspannen en leuker te maken.

 

Hulpmiddel

Zoals bij alle nieuwe ervaringen is ook deze vorm van communiceren wennen. Ook al denk ik dat het de toekomst is, in het begin vergt het gewenning en een aantal basisregels waaraan beide scheidsen zich gedurende de gehele wedstrijd aan zouden moeten houden. Je moet de oortjes zien als een extra hulpmiddel, niet als substitutie van de traditionele communicatiemethodes; het oogcontact met de andere scheidsrechter en de handgebaren.

 

Fluit bewust

Een vaak terugkerend punt van kritiek van beoordelaars over scheidsrechters, die werken met een communicatiesysteem, is dat men niet meer naar elkaar kijkt óf zelfs niet meer meeloopt om de andere scheids te helpen in zijn cirkel. Waarom zou je ook? Je kunt het toch ook via de oortjes zeggen…

En daarin schuilt ook meteen het gevaar van het werken met een communicatiesysteem. Want de communicatie tussen de twee scheidsrechters verloopt, in hun ogen soepel. Maar spelers, coaches en toeschouwers snappen de beslissingen niet én zien ook niet waarom bepaalde beslissingen worden genomen.

Door het werken met een communicatiesysteem kan de afstand tussen de scheidsrechters en de bal groter zijn en er wordt minder met handgebaren gewerkt. Dit is op te lossen door te doen alsof je zonder oortjes fluit, de traditionele manier van scheidsrechteren. Maak de gebruikelijke handgebaren en als er iets belangrijks gebeurt kun je naar elkaar toe lopen. Dit laat de buitenwereld duidelijk zien dat er communicatie plaatsvindt, waardoor beslissingen in het algemeen beter worden geaccepteerd. Wees je ervan bewust hoe het fluiten met een communicatiesysteem overkomt.

 

Afspraken maken

Voordat je er als scheidsrechters voor kiest om te gaan werken met een communicatiesysteem, is het belangrijk om hierover afspraken te maken. Waarover je communiceer je én wanneer (specifieke spelsituaties) communiceer je met elkaar? Dit schept duidelijkheid in de wijze van communiceren via de headsets met collega’s en komt uiteindelijk het goed begeleiden van de wedstrijd ten goede.

Een paar zaken waarover je voor een wedstrijd met elkaar afspraken kan maken:

  • In het algemeen geldt: praat niet wanneer dat niet nodig is. Spreek duidelijk af waarover je wel én niet communiceert;
  • Praat alleen in het oortje, als je zelf een vraag hebt of een bevestiging wil;
  • Geef alleen bevestiging wanneer de andere scheidsrechter daarom vraagt;
  • Praat nooit over een eerdere actie/ beslissing, als de ander bezig is met het huidige spel.

 

Etherdiscipline

Zelf vind ik het prettig om relatief veel te praten en bevestiging te horen / krijgen van mijn collega in bepaalde situaties. Andere scheidsrechters willen juist ‘radiostilte’. Hier is de term van Ellie Lust (deelneemster ‘Wie is de Mol’, 2016) de zogenaamde “Etherdiscipline” erg belangrijk!

 

Nuttige tool

Als je afspraken maakt én nakomt, is het fluiten met oortjes naar mijn mening een waardevolle ervaring, waarbij de communicatie met de andere scheids vele malen beter en effectiever is dan zonder oortjes. Het heeft het scheidsrechteren van mij naar een hoger plan gebracht. Dat wil niet zeggen dat ik niet meer zonder een communicatiesysteem zou kunnen fluiten, maar ik zie het als een nuttige tool voor de hedendaagse scheidsrechter.